24-4-2024

Plaatselijke Regels

Buiten de baan. De grens van buiten de baan wordt gemarkeerd door hekken of door palen met witte koppen.

Verboden speelzones. Een gebied gemarkeerd met blauwe stokken of palen, jonge aanplant met steunpalen en/of oranje labels, het door een verplaatsbare afrastering gemarkeerde gebied voor grazende schapen (met of zonder schapen binnen de afrastering) en wintergreens die niet in gebruik zijn (herkenbaar aan een blauwe paal in de hole), vormen ieder een verboden speelzone die als abnormale baanomstandigheid moeten worden behandeld. Een belemmering door een verboden speelzone moet worden ontweken volgens Regel 16-1f.

Alle wegen en paden op de baan, ook als deze niet kunstmatig zijn verhard, zijn vaste obstakels, waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens Regel 16.1.

Kunstgras op de 7e en 17e green is een vast obstakel, waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens Regel 16.1d.

Vaste obstakels nabij de green. De speler mag een vast obstakel ontwijken volgens Regel 16.1b als het vaste obstakel zich bevindt (1) op de speellijn én (2) binnen twee clublengten van de green én (3) binnen twee clublengten van de bal. Deze Plaatselijke Regel is niet van toepassing als de speler een speellijn kiest die duidelijk onredelijk is.

Tijdelijke Plaatselijke Regels

Volgelopen bunkers: De twee greenside bunkers aan de linkerkant van hole 18, die zijn gevuld met tijdelijk water, zijn grond in bewerking in het algemene gebied, waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens Regel 16.1b. Deze bunkers worden daarmee voor de ronde niet beschouwd als bunker. Elke andere bunker op de baan, of die tijdelijk water bevat of niet, wordt beschouwd als bunker volgens de Regels.

Droppingzones hole 9 en 18: Als een bal in tijdelijk water achter de green van hole 9 of rondom de green van hole 18 ligt, of als het bekend of praktisch zeker is dat een bal die niet is gevonden daarin tot stilstand is gekomen, mag de speler dit tijdelijke water zonder straf ontwijken (1) volgens Regel 16.1, óf (2) door een bal te droppen in de droppingzone van 1 clublengte diep in alle richtingen, gemeten vanaf alle punten van het bord dat de droppingzone markeert. De droppingzone is een dropzone als bedoeld in Regel 14.3.

De Regel- en handicapcommissie kan ‘plaatsen’ en/of ‘bal schoonmaken’ toestaan. Als van toepassing dan wordt dat op het houten bord bij de 1e tee aangegeven met ‘Plaatsen’ dan wel ‘Lift & clean’, en geldt de volgende Plaatselijke Regel.

Plaatsen: Als de bal in het algemene gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager ligt, mag de speler zonder straf éénmaal de oorspronkelijke bal of een andere bal plaatsen op een plek naar keuze binnen 15 cm, niet dichter bij de hole. De speler moet een plek kiezen om zijn bal te plaatsen en de procedure volgen voor het terugplaatsen van een bal volgens Regel 14.1, 14.2b(2) en 14.2e.

Lift & clean / Bal schoonmaken: Als de bal in het algemene gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager ligt, mag de bal zonder straf worden opgenomen, schoongemaakt en teruggeplaatst. De speler moet de bal eerst markeren voordat die wordt opgenomen (Regel 14.1) en de bal moet worden teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek (Regel 14.2).

Straf voor het overtreden van een Plaatselijke Regel: algemene straf.

 

Vragen: Voor vragen over de Golfregels, neem contact op met de Regelcommissie.

Trudy Jonkman op 06 14 60 23 43 of
Vivian van Ravenswaay Claasen op 06 31 02 86 00.