Geschiedenis van de Hilversumsche Golf Club

1895 De eerste Links Course bij de Gasfabriek

In het najaar van 1895 legt John Duncan Dunn, telg van een Schotse golffamilie, een 9-holes baan “uit” op het heidegebied nabij van de toenmalige gasfabriek van Hilversum. Nadat deze jonge baanarchitect in Wassenaar in 1893, Doorn in 1894 en Velp begin 1895 9-holes banen “uitlegde”, betekende dit vierde golfinitiatief in Nederland de start van de Hilversumsche Golf Club.

Deze eerste primitieve 9-holes “links” kon zonder grondwerken worden “uitgelegd” in het natuurlijk geaccidenteerde heideterrein. Er was geen gras op fairways en greens.

1912 De tweede Links Course bij de Crailose Brug

Door grote groei van het inwonersaantal bleek de gemeente Hilversum de door de Golfclub gehuurde terreinen voor woningen en industrie nodig te hebben. Aangemoedigd door het groeiend enthousiasme voor de golfsport vond het clubbestuur een vergelijkbaar terrein aan de Noordkant van Hilversum, bij de Crailoose Brug. Om te kunnen investeren in baanaanleg en clubhuis verkreeg de Club in 1910 Koninklijke goedkeuring en rechtspersoonlijkheid en opende in 1912 haar tweede 9-holes linkscourse met een nieuw clubhuis.  Maar ook deze baan was nog zeer primitief. Behoudens experimenten met gras op greens bestonden de greens en fairways uit heide. Bovendien werd de layout zelfs slechter gevonden dan de eerste 9-holes baan. Golfen op deze heidebaan was zeker in onze ogen uiterst primitief. Op de harde, kale grond kon de bal enorm ver doorrollen, tenzij een takje of een ander obstakel dat voorkwam. Zulke obstakels waren bijvoorbeeld graspollen die her en der op deze fairways de kop opstaken. Men liet ze expres staan, zo blijkt uit oude notulen: “uit sport oogpunt, omdat de pollen het doorrollen tegengaan.”

De leden lieten zich bepaald niet ontmoedigen door de weinig florissante entourage. Er werd intensief geoefend en gespeeld, getuige bijvoorbeeld cijfers uit 1916 over lessen bij de professional E.J. Hill (606) en rondes (4360). Het ledental groeide uit tot boven de honderdveertig, wat aanleiding gaf om plannen te maken voor uitbreiding van 9 naar 18 holes. 

1918 De derde Links Course 

Uitvoering werd uitgesteld, omdat op aandrang van diverse leden een aantrekkelijker vestigingsplaats werd gezocht.  In 1917 werd die gevonden aan de Soestdijkerstraatweg. Eerst werd gedacht aan de noordkant daarvan te kunnen neerstrijken op grond van de Erven van den Wall Bake, gevestigd op het landgoed Heidepark. Maar dat liep spaak omdat een van de erven het uit den boze vond om grond af te staan aan een sportclub, want: ”dat zou maar gejoel en geschreeuw op Zondag geven. En misschien nog toeloop van publiek.”

In plaats daarvan werd een terrein geschikt terrein betrokken aan de zuidzijde van de Soestdijkerstraatweg. In 1918 werden er 9 holes in gebruik genomen, ontworpen door Henry Burrows (als pro werkzaam op de Doornsche). Het bracht de leden, dankzij de door de oorlog in Nederland gestrandde Duitse graszaden handelaar Bieberstedt, een ongekende weelde: gras op fairways en greens! Burrows benutte zijn ‘local knowledge’ om op zijn eigen schepping beslag te leggen op het Open Kampioenschap van Nederland (later kortweg ‘het Open’), toen dat in 1923 voor het eerst in Hilversum werd gehouden. 

1928 de eerste 18 holes 

Enkele jaren later (1926) maakte verdere grondaankoop uitbreiding naar 18 holes mogelijk. De (toen al) vermaarde baanarchitect Sir Harry Shapland Colt ontwierp op de nieuwverworven grond 10 holes, die in1928 in gebruik genomen werden. We kennen deze holes nu als 3 t/m 7 en 13 t/m 17. Grote aanpassingen van de baan in 1954, 1965 en 2009 hebben op deze holes nauwelijks invloed gehad, zodat de oorspronkelijke lijnen en elementen van Colts visie nog duidelijk kunnen worden herkend.

(foto) In 1929 werd ‘het Open’ in Hilversum voor het eerst gespeeld over 18 holes. Het sportblad De Corinthian deed er uitgebreid verslag van.

Sinds de uitbreiding naar 18 holes is de baan gelegen in twee provincies, aan weerszijden van de Hollandse Sloot, de onverharde weg die vanaf Groot Kievitsdal richting Boschoord loopt. Door deze situatie doet zich de bijzondere mogelijkheid voor dat de bal op de 2e hole met een ferme slice Noord-Holland verlaat en neerkomt in Utrecht. Vanaf de 3e hole is een omgekeerde escapade denkbaar.

In 1933 werd een fraai clubhuis met rieten kap betrokken, ontworpen door de architect J. Baanders. Het verving het oude houten clubhuis, dat vanaf Crailoo was meeverhuisd en een jaar eerder in vlammen was opgegaan.

De oorlogsjaren.
De vereniging kwam door een gelukkige omstandigheid goed door de oorlogsjaren heen. Andere clubs, vooral in de kuststreek, verging het soms veel slechter. Een Duitse luchtmachtofficier, gelegerd op vliegveld Loosdrecht, had toestemming gevraagd en gekregen om op de Hilversumsche te mogen spelen. Hij onthield zich discreet van contact met de leden of gebruik van het clubhuis, maar wist in z’n eentje wel te voorkomen dat de bezetter zich voor militaire doeleinden ‘ontfermde’ over de baan of er hout ging hakken. Begrijpelijkerwijs viel Canadese officieren na de bevrijding een beduidend gastvrijer onthaal ten deel. Van het aanbod om op de baan te komen spelen werd dankbaar gebruik gemaakt. In ruil zetten zij legertractoren in om de baan weer speelkaar te maken en bevoorraden ze het buffet tegen mess-prijzen (whisky-soda bijvoorbeeld kostte zodoende maar een kwartje). Het clubleven kon zich snel herstellen.

Golf leeft weer.

Een aantal getalenteerde jongeren – Godard van Reede, Joan Dudok van Heel, Jani Roland Holst en Robbie van Erven Dorens – begon met veel succes hun naam en die van de Hilversumsche hoog te houden tot over de grenzen. Weinig later liet Alice Janmaat evenzeer van zich spreken. Tijden van groei moesten nog aanbreken. Golf stond in Nederland nauwelijks in de belangstelling. Rond 1960 waren er ongeveer 3300 spelers en speelsters en een twintigtal clubs. De Hilversumsche bereikte in dat jaar een ledental van 300, zo’n 100 meer dan 25 jaar eerder. De contributiesom was niet toereikend voor wenselijke investeringen in machines en vooral beregening. Het bestuur wekte de leden dan ook op om mensen in hun kennissenkring warm te maken voor het lidmaatschap. Een van de damesleden wist er liefst drie aan te werven. Het bestuur liet haar prompt een bloemstuk liet bezorgen!
De leden werden in oktober 1965 opnieuw opgeschrikt door brand. Ook het clubhuis uit 1933 ging verloren. Voor de nieuwbouw viel de keuze niet op een rustieke schepping maar op een eigentijds ontwerp van de architect H. Vriend. Na bijna 50 jaren goede dienst opende de vereniging in 2019 een nieuw clubhuis openen.

Pas in de jaren zeventig begon zich in ons land, zo ook in het Gooi, meer belangstelling voor de golfsport af te tekenen. Dat is in de volgende decennia omgeslagen in zo’n onstuitbare opmars dat golf nu de derde sport van het land is, op weg naar 350.000 beoefenaren. Die spectaculaire ontwikkeling is uiteraard niet aan de Hilversumsche voorbij gegaan. De interesse in lidmaatschap is groot. Bloemen van het bestuur hoeven er allang niet meer aan te pas te komen.
Als veelvuldig gastheer van ‘het Open’ heeft de club de grote aantrekkingskracht van golf ruimschoots ondervonden. Alleen al tussen 1994 en 2005 heeft de bezoekersstroom, oplopend tot ruim boven de 10.000 op topdagen, tien maal koers gezet naar Hilversum.  Voor het ‘Dutch Open’ kwamen de professionals in september 2012 voor de 27ste maal op bezoek. Dit voorlopig laatste bezoek van het Dutch Open aan Hilversum was een mooie graadmeter voor de veranderingen die de baan, onder architectuur van Kyle Phillips, heeft ondergaan.

COLT

De Pannenkoek, een van de holes die Colt ontwierp. Voor de leden is het de 14e hole, voor de deelnemers aan ‘het Open’ de 5e hole.